Ga verder naar de inhoud

In deze laatste sectie gaan we in op wie een verhoogd risico loopt om tuberculose op te lopen of te ontwikkelen, en hoe tuberculose voorkomen kan worden. We geven een overzicht van de risicofactoren en risicogroepen voor TB: zowel persoonlijke factoren (zoals een zwakke weerstand of bepaalde aandoeningen) als omgevingsfactoren (leven in armoede of in contact met TB-patiënten) komen aan bod. We benoemen welke bevolkingsgroepen extra aandacht vragen in de tuberculosebestrijding. Vervolgens bespreken we de verschillende aspecten van preventie: van vroegopsporing en isolatie van besmettelijke patiënten, over vaccinatie (BCG) en preventieve behandeling van TB infecties, tot algemene maatregelen zoals ventilatie en adressen voor ondersteuning. U verneemt wat u zelf kunt doen om TB te helpen voorkomen, en wat op niveau van de bevolking wordt gedaan om tuberculose terug te dringen.

Risicofactoren voor tuberculose

Sommige mensen hebben een groter risico om tuberculose te krijgen dan anderen. Dit kan komen doordat ze meer kans lopen om besmet te raken (bijvoorbeeld door hun leefomgeving of beroep), of doordat hun lichaam minder goed een tuberculose-infectie kan afweren (bijvoorbeeld door een zwakke gezondheid). Hier zijn de belangrijkste risicofactoren en -groepen:

  • Verzwakte weerstand: Mensen met een zwak immuunsysteem lopen veel meer risico dat een TB-besmetting tot ziekte leidt. Denk aan personen met HIV/aids, mensen die een orgaantransplantatie hebben ondergaan (en medicijnen nemen om afstoting te voorkomen), kankerpatiënten op chemotherapie, of patiënten die behandeld worden met immunosuppressiva zoals hoge dosis cortisone of TNF-α-remmers. Ook ernstige chronische ziekten zoals suikerziekte (diabetes) en nierfalen ondermijnen de afweer en verhogen de TB-kans.
  • Nauw contact met een besmettelijke TB-patiënt: Vooral huisgenoten en familieleden die samenwonen met iemand met actieve longtuberculose lopen risico om zelf besmet te raken. Hoe intensiever en langer het contact, hoe groter de kans op overdracht. Daarom wordt bij elk nieuw geval van besmettelijke tuberculose een onderzoek opgestart om de nauwe contacten te testen (zie Preventie).
  • Afkomst uit een land met veel tuberculose: In sommige landen (vooral in Afrika en Azië) komt TB nog veel vaker voor dan in België – soms wel 10 tot 40 keer vaker. Mensen die geboren en opgegroeid zijn in zo’n land, of er lange tijd hebben gewoond, kunnen eerder in aanraking zijn gekomen met de bacterie. Veel van hen dragen misschien de kiem latent bij zich zonder het te weten. Wanneer hun weerstand daalt (door ouderdom of ziekte), kan de oude infectie alsnog actief worden. Dit verklaart waarom bij migranten TB relatief vaker voorkomt, vooral in de eerste jaren na aankomst. (Belangrijk: het gaat dus niet om etniciteit of ras, maar om blootstelling – iedereen kan TB krijgen als die de bacterie inademt.)
  • Leefomstandigheden en socio-economische factoren: Tuberculose is sterk verbonden met armoede en sociale kwetsbaarheid. Mensen die in slechte, overbevolkte woonomstandigheden leven – zoals in bepaalde dichtbevolkte stadswijken, sloppenwijken of vluchtelingenkampen – lopen meer kans op besmetting, omdat de bacterie zich daar makkelijker verspreidt (veel mensen dicht op elkaar, vaak gebrekkige verluchting). Ook daklozen en mensen zonder vaste woonplaats vormen een risicogroep: zij hebben niet alleen meer blootstelling in opvangtehuizen (waar TB kan circuleren), maar vaak ook een minder goede algemene gezondheid. Personen die in gevangenissen verblijven, lopen om gelijkaardige redenen risico: gevangenissen zijn gesloten omgevingen waar TB gemakkelijk kan overspringen als er een geval voorkomt. Daarnaast hebben gevangenen en daklozen soms beperkte toegang tot gezondheidszorg, waardoor een TB-infectie langer onbehandeld kan blijven en zo meer kans heeft zich te verspreiden.
  • Leeftijd: Jonge kinderen (<5 jaar) zijn extra vatbaar voor tuberculose als ze besmet raken – hun immuunsysteem is nog niet volledig ontwikkeld, waardoor de bacterie gemakkelijker doorbreekt. Bovendien kunnen baby’s en peuters zeer ernstig ziek worden (hersenvliesontsteking, miliaire TB) bij een besmetting. Aan de andere kant van het spectrum zijn ook oudere volwassenen kwetsbaar: vanaf ca. 65-70 jaar neemt de natuurlijke afweer af en stijgt de kans dat een sluimerende infectie uit het verleden weer de kop opsteekt. In België zien we dan ook meer TB bij senioren, vaak door heractivatie van een infectie die ze tientallen jaren geleden hebben opgelopen (bijv. tijdens hun jeugd in de naoorlogse periode).
  • Leefstijl en verslaving: Factoren die de algemene gezondheid ondermijnen, verhogen ook het TB-risico. Ondervoeding of een erg laag lichaamsgewicht maakt de afweer tegen infecties zwakker. Roken van sigaretten tast de longen aan en verdubbelt ongeveer het risico om tuberculose te krijgen. Ook overmatig alcoholgebruik gaat gepaard met een hoger risico (onder andere omdat zwaar drinkers vaker ondervoed zijn en leverproblemen hebben). Drugsgebruik – in het bijzonder injecterend drugsgebruik – wordt eveneens geassocieerd met meer tuberculose, deels via de hogere hiv-voorkomens en leefomstandigheden in die populatie.

Heeft u een van bovenstaande risicofactoren en maakt u zich zorgen over tuberculose? Bespreek dit dan met uw arts. Vaak is waakzaamheid voldoende (alert zijn op symptomen). In sommige gevallen kan de arts voorstellen om preventief een tuberculosetest te doen, bijvoorbeeld een jaarlijkse screening bij dialysepatiënten of een test voorafgaand aan start van bepaalde immuunremmende medicatie. Indien u via uw werk in contact komt met risicogroepen of in een ziekenhuis/laboratorium met TB-patiënten werkt, zijn er meestal protocollen voor periodieke controle.

Tuberculose voorkomen

Tuberculose voorkomen kan op verschillende niveaus. Een oud motto zegt: “Voorkomen is beter dan genezen”. Bij tuberculose geldt dat zeker, want door TB te voorkomen bescherm je niet alleen jezelf maar ook anderen. Hier bespreken we de belangrijkste maatregelen:

  • Vroege opsporing en behandeling: De allerbelangrijkste manier om tuberculoseverspreiding te voorkomen, is ervoor zorgen dat zieke personen snel opgespoord en behandeld worden. Zodra iemand met tuberculose namelijk correct in behandeling is, stopt hij doorgaans binnen enkele weken met besmettelijk te zijn. Daarom is alertheid voor de symptomen cruciaal. Wie hoest en sukkelt met zijn gezondheid, moet tijdig naar de dokter – zo worden besmettelijke patiënten sneller geïdentificeerd. In België draagt de Respiratoire Gezondheid hier toe bij: via gerichte screeningsprogramma’s onderzoekt men proactief risicogroepen. Enkele voorbeelden: alle asielzoekers ondergaan een röntgenonderzoek bij aankomst in ons land; gevangenen krijgen op geregelde tijdstippen een tuberculosetest aangeboden; daklozen worden via outreach-projecten gescreend in samenwerking met opvangcentra. Daarnaast worden de nauwe contacten van elke nieuwe tuberculosepatiënt nagegaan (contactonderzoek) en getest. Op die manier sporen we bijkomende besmettingen of gevallen vroeg op. U als burger kunt helpen door TB-verdachte symptomen bij uzelf of een naaste niet te negeren maar medische hulp te zoeken – zo beschermen we elkaar.
  • Infectiepreventie en hygiëne: Iemand bij wie open tuberculose is vastgesteld, wordt in het begin in isolatie verzorgd. Dit betekent dat de patiënt een aparte ruimte krijgt (in het ziekenhuis of thuis) en bezoek beperkt wordt tot een minimum, tot de besmettelijkheid voorbij is. Als u zelf tuberculose hebt, is het belangrijk om goede hoesthygiëne toe te passen: hou afstand van anderen tot de behandeling effect heeft, draag indien mogelijk een mondmasker in de beginfase, en hoest of nies in een papieren zakdoek die u meteen weggooit. Zorg voor verluchting van kamers – frisse lucht verspreidt en verdunt eventuele bacteriën. Besmette lucht in kleine, afgesloten ruimtes is immers de voornaamste bron van verdere overdracht. Speciale maatregelen zoals het dragen van professionele maskers (FFP2) en gebruik van ventilatiesystemen zijn vooral van belang in zorginstellingen. Bijvoorbeeld: ziekenhuizen hebben isolatiekamers met negatieve druk en zorgverleners dragen beschermingsmaskers wanneer ze TB-patiënten verzorgen. Thuis volstaan meestal eenvoudige maatregelen en het opvolgen van het advies van de arts/Respiratoire Gezondheid. Eens de arts zegt dat u niet langer besmettelijk bent, kunt u uw normale bezigheden hervatten zonder anderen in gevaar te brengen.
  • Preventieve behandeling (TPT): Mensen kunnen wel besmet zijn maar (nog) niet ziek. Ze worden behandeld om te voorkomen dat ze tuberculoseziekte ontwikkelen. Dit heet tuberculose preventieve therapie (TPT) en houdt in dat men een aantal maanden antibiotica slikt. Deze maatregel is alleen van toepassing voor bepaalde personen – namelijk diegenen bij wie de kans groot is dat ze anders ooit TB ontwikkelen. Concreet: als bij u via een tuberculine- of bloedtest is gebleken dat u TBI-positief bent én u behoort tot een hoogrisicogroep (bv. jonge kinderen, iemand met immuunstoornis, recent besmette contacten), dan zal men u TPT voorstellen. Het doel is de latente bacteriën in uw lichaam te doden zodat u niet ziek wordt.
  • Vaccinatie (BCG): Er bestaat een vaccin tegen tuberculose, het BCG-vaccin (Bacille Calmette-Guérin). In sommige landen wordt dit standaard aan baby’s gegeven om hen te beschermen tegen ernstige tuberculose tijdens de kinderjaren. BCG biedt namelijk een matige bescherming (50-80%) tegen de meest gevaarlijke vormen van TB bij jonge kinderen, zoals hersenvliesontsteking. Het voorkomt echter niet altijd longtuberculose, vooral bij volwassenen is het effect beperkt. In België wordt BCG-vaccinatie niet routinematig toegepast vanwege onze lage incidentie. Vroeger werden bijvoorbeeld verpleegkundigen en artsen in opleiding standaard gevaccineerd, maar daar is men van afgestapt toen TB zeldzamer werd. Vandaag de dag wordt BCG enkel aangeraden in heel specifieke gevallen – bijvoorbeeld voor jonge kinderen die voor langere tijd naar een land gaan waar tuberculose veel voorkomt (bv. kinderen van expats of migranten die terugkeren) of voor laboratoriumpersoneel dat met resistente TB-stalen werkt. Zelfs in die situaties is het vaccin in België moeilijk te verkrijgen (het maakt geen deel uit van het basisvaccinatieschema en is hier niet commercieel voorradig). Het moet dan via internationale apotheken op voorschrift geïmporteerd worden, of ter plaatse in het risicoland toegediend worden. Voor de meeste mensen in België is vaccinatie niet nodig en richt het beleid zich vooral op de bovenstaande maatregelen (vroege opsporing, behandelen van infecties). Wel wordt er wereldwijd gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe, effectievere TB-vaccins die in de toekomst hopelijk breed inzetbaar zullen zijn.
  • Algemene gezondheidsbevordering: Ten slotte draagt alles wat de algemene volksgezondheid verbetert bij tot tuberculosepreventie. TB gedijt in omstandigheden van armoede, ondervoeding en gebrekkige medische zorg. Door armoedebestrijding, betere huisvesting, voedingsprogramma’s en toegankelijke gezondheidszorg kan men indirect de TB-cijfers doen dalen. Ook individuele keuzes zoals stoppen met roken en matigen van alcohol (en uiteraard een goede therapietrouw bij ziektes zoals HIV en diabetes) verlagen het risico op tuberculose. Kortom, tuberculosebestrijding is niet alleen een medische maar ook een sociale opdracht. De Respiratoire Gezondheid zet zich in Vlaanderen daarom in voor kwetsbare groepen en werkt samen met partnerorganisaties om de achterliggende determinanten aan te pakken. Samen streven we naar een wereld zonder tuberculose.

Gerelateerde content

Doorzoek onze kennisbank

Het BELTA-TBnet project

Tuberculose Brochure en folders Nederlands
Dankzij dit project kunnen tuberculosepatiënten die betalingsmoeilijkheden ondervinden een beroep doen op een financiële tussenkomst.Dit…
Download (192,3 KB)
Lees meer

Vor­mings­bro­chu­re

Tuberculose Rookstop Brochure en folders Nederlands
Download (3,5 MB)
Lees meer

In­for­ma­tie­kaart tuberculose voor huisartsen

Tuberculose Brochure en folders Nederlands
Download (136,9 KB)
Lees meer

Nieuwsbrief

We houden je graag op de hoogte van onze werking.